Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 10 april 2017

Kom dan!

Foto is fictief persoon
Het is bijzonder hoe mensen kunnen veranderen als ze in een auto zitten. Maar ook als ze uitgestapt zijn…

Na een avonddienst rijd ik met drie collega’s terug richting het zuiden.
Vergeleken bij John, Corné en Erik ben ik maar een tenger mannetje. Mijn auto is eigenlijk te klein, omdat die drie bijna met hun hoofd tegen het dak van mijn auto aan zitten.

Onderweg naar de carpoolplaats rijd ik op mijn gemak op de snelweg met een gangetje van ongeveer 100 kilometer per uur. We zitten gezellig te kletsen, als er plotseling achter mij een auto hevig zit te seinen met zijn grote lichten.  Ik ben op dat moment drie vrachtwagens aan het inhalen en echt gevaar dreigt er op dit moment niet. De auto achter mij slingert van links naar rechts en zit zo kort achter me dat ik zijn koplampen niet eens meer in mijn spiegels zie.

Als ik de vrachtwagens ingehaald heb ga ik keurig weer naar rechts en de auto haalt mij in. Ik kijk hem aan en haal mijn schouders op. Ik zie dat hij zijn middelvinger naar me opsteekt. Hij snijdt mij vervolgens met zijn auto af, waardoor ik automatisch mijn stuur naar rechts gooi om een aanrijding te voorkomen. Ik wil de vrachtwagens niet in gevaar brengen, dus stuur de vluchtstrook op en laat deze voorbij gaan. We mogen nog van geluk spreken dat de vrachtwagenchauffeurs alert zijn. Tot mijn verbazing rijdt de bestuurder ook voor mij de vluchtstrook op en trapt keihard op de rem, waardoor ik genoodzaakt ben om hevig te remmen.

Mijn bloed kookt en dat van mijn collega’s ook. Wij zullen eens een stevig gesprek aangaan.
Dan zwaait het portier van de auto voor me open en stapt een jongeman uit, kennelijk klaar om met mij op de vuist te gaan. Snel stap ik ook uit. Met gebalde vuisten loopt hij op me af. Hij blijft vlak voor mij staan en roept: “Kom dan!” Zonder zelf ook een dreigende houding aan te nemen kijk ik de jongeman, zonder een woord te zeggen, indringend aan. Zijn blik is in eerste instantie op mij gericht, tot hij nog drie mannen ziet uitstappen. Het is donker, maar ik zie hem schrikken en aarzelen. Dan sprint hij terug naar zijn auto en rijdt met piepende banden weg. We gieren het uit van de lach, stappen weer in de auto en rijden naar de carpoolplaats.

Thuisgekomen zoek ik in de politiesystemen naar een telefoonnummer van de eigenaar van het kenteken en bel deze op. Ik krijg de jongeman zelf aan de lijn, confronteer hem met zijn idiote gedrag en vertel hem dat er vier politiemannen voor zijn neus stonden. Hij verklaart doodsbang te zijn geweest toen hij, naast mij, drie grote mannen zag opdoemen. Hij voorzag helemaal in elkaar geslagen te worden door deze ‘beulen’ en koos daarom maar het hazenpad. Zijn zinloze en dwaze gedrag ziet hij ook wel in en hoorbaar opgelucht accepteert hij volgens zijn zeggen met liefde de bekeuring voor onnodig rijden op de vluchtstrook.

Als tip kan ik meegeven dat het in zulke situaties verstandig is om je deuren op slot te doen en 112 te bellen. Indien mogelijk een stuk achteruit te rijden of vol gas eromheen rijden en duidelijk laten zien dat je telefoneert. Ja, in noodgevallen mag dit zeker!

volgende blog 01/05