Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 11 juli 2016

Henk zus, Henk zo

Mijn collega Leo en ik krijgen de vraag of we een vrouw op leeftijd willen assisteren, omdat haar man uit bed gevallen is. We zullen "Henk" na deze avond nooit meer vergeten.




Op de 8e verdieping van een flat wordt door een oude mevrouw van rond de tachtig jaar opengedaan. Vrijwel direct begint ze te ratelen dat Henk uit bed gevallen is en Henk op de grond ligt. Henk kan zelf niet opstaan. Elke zin begint ze met “Henk”, de naam van haar man. Vrijwel geen speld krijgen we ertussen, als we bij de oude man gaan zitten. We proberen erachter te komen of hij zich bezeerd heeft en of hij zich wel lekker voelt. Achter onze rug worden onze vragen herhaald. Henk, de politie vraagt of je je bezeerd hebt. Henk, de politie vraagt of je je wel lekker voelt.

Leo en ik kijken elkaar en schieten in de lach. We tillen Henk op en leggen hem op zijn bed. Maar Henk is opvallend stil. Normaal gesproken zouden we hierna de woning verlaten en Henk met zijn kakelende vrouw achterlaten.
Maar de blik van Henk en zijn grauwe gezicht baren ons zorgen. Als we aan zijn vrouw vragen of Henk bekend is met hartproblemen, wuift ze dit weg en zegt ze dat Henk gewoon een beetje ziek is. Ik pak Henk zijn hand beet en kijk hem aan. Ik kijk in een stel angstige ogen.

We besluiten een ambulance te waarschuwen, zodat er toch even naar hem gekeken naar worden. Dan is het huis te klein. Ze wordt zowaar boos op ons en we mogen absoluut geen ambulance waarschuwen. Wat moeten de buren wel niet denken?
Ik raak geïrriteerd over al die “Henken” en zeg tegen haar dat ze dit keer eens een keer naar ons mag luisteren.

Als de collega’s van de ambulance komen en Henk op de monitor aansluiten, zie ik hun zorgelijke blik. Ze vermoeden dat Henk een flink hartinfarct heeft gehad en besluiten hem met spoed te vervoeren.
We waarschuwen de dochter van de oudjes en brengen de vrouw naar de spoedeisende hulp.

Onderweg terug naar het bureau kijken we elkaar aan en schieten in de lach.
De volgende middag belt Leo, uit belangstelling, even naar de vrouw hoe het met “Henk” verlopen is. De grijns van Leo verdwijnt plotseling en verandert in een serieuze blik. Ik hoor Leo zeggen: “gecondoleerd!”.
Hij blijkt de dochter aan de lijn te hebben die vertelt dat haar vader de afgelopen nacht is overleden. Ze bedankt ons er hartelijk voor dat we de ambulance erbij geroepen hebben; ze heeft haar vader nog kunnen spreken.

Na afloop van dit telefoongesprek maakt de humor plaats voor ernst. Tja, zo kan het helaas ook aflopen.

Volgende blog 1/8