Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

vrijdag 25 maart 2016

Ambulanceheks

Bij een dreigende sfeer of uit voorzorg wordt de politie er door de ambulancedienst bijgehaald voor bescherming. Ze zijn immers niet gewapend, alhoewel ze wel ‘gifspuiten’ bij zich hebben. Maar ook met de politie erbij gebeuren er soms onverwachte dingen.

 




We krijgen een melding van een schreeuwende vrouw die mogelijk zichzelf iets aan dreigt te doen. De buurvrouw is de meldster en vertelt dat Annie al langere tijd behoorlijk verward is. Ze is bang dat Annie straks de boel in de fik steekt. Gezien het een portiekwoning betreft en het nog houten vloeren zijn vertelt de buurvrouw liever niet ‘gegrilld’ te worden. Als we bij de woning komen en aanbellen doet  Annie open en mogen we naar binnen komen. Het is erg donker in huis, alles zit potdicht en overal branden kaarsen. Het hele huis is in een soort ‘demonische’ sfeer ingericht en als ik probeer het grote licht aan te doen, lukt dit niet.
Ik zie in de keuken diverse lege strips van pillen liggen en vraag aan haar of ze deze pillen ingenomen heeft. Ze ontkent dit en zegt helemaal niet van plan te zijn om zelfmoord te plegen. Wat volgt is een scheldkannonade gericht aan alle overheidsdienaars, hulpverleningsinstanties, vliegtuigmaatschappijen en nog een heel scala aan bedrijven, die allemaal in het ‘complot’ zitten.
Ook blijkt ze nog eens de nodige alcohol genuttigd te hebben, wat ons doet besluiten om de ambulance erbij te halen.

Als de ambulance arriveert en de ambulanceverpleegkundige zich aan Annie voorstelt en een hand wil geven slaat deze haar uitgestoken hand weg. Met woeste ogen kijkt ze de ambulanceverpleegkundige aan en schreeuwt : “Ga weg, ambulanceheks, jij komt met je gifspuit en gaat mij doodmaken hè!”. Bliksemsnel springt ze op, pakt een bloempot en smijt deze in de richting van de ambulanceverpleegkundige. Door de krappe ruimte en het feit dat wij in de weg staan, vlucht deze de naastgelegen kamer in, althans dat denkt ze. Het is een soort inloopkast met een kledingrek vol met kleding en daarboven ligplanken ook met kleding. Het gevolg is dat het hele zooitje in elkaar stort en ze bedolven wordt onder de kleding.

Mijn collega en ik storten ons op Annie, geholpen door de ambulancechauffeur die haar benen vasthoudt. We weten haar te boeien en met ons drieën onder controle te brengen.
We kijken elkaar aan en beginnen keihard te lachen als de stapel kleding omhoog komt met daaronder de ambulanceverpleegkundige. Haar kapsel zit helemaal in de war en haar gezicht staat op onweer. Het gieren van het lachen van ons erbij doet daar zeker geen goed aan.
Intussen schreeuwt Annie moord en brand en denkt dat we haar uitlachen.
In plaats van in de ambulance gaat Annie bij ons op haar buik liggend in de bus naar het bureau voor beoordeling door de politiearts.

Annie wordt in een arrestantenverblijf geplaatst, waar ze met veel kabaal tegen de ruiten staat te timmeren. Als ik probeer haar te kalmeren komt Margaret van de recherche, een gehaaide tante met grote bruine felle ogen, langslopen. Ze weet helemaal niets van de zaak af, maar ergert zich aan het gedrag van Annie. Ze gaat voor het arrestantenverblijf staan, kijkt Annie aan en zegt op z’n Rotterdams: “Doe jij eens effe normaal, ga jij es effe heel gauw zitten!”.
Tot mijn verbazing kruipt Annie in een hoekje. Ze steekt een bevende hand uit met gestrekte wijsvinger, wijst naar Margaret  en zegt met een piepstem: “Weg jij, jij bent een echte heks, ik zal niks meer doen”.

Ze is gelijk muisstil. Als we weglopen kijkt Margaret mij met haar grote bruine ogen aan en zegt : “Zie je nou wel Piet dat ik een heks ben?”.
Het bleef daarna echt stil in het arrestantenverblijf.
Ondanks de humor blijft het natuurlijk triest voor Annie. Ze is overgebracht naar een psychiatrische instelling en wordt daar behandeld.


Voor Margaret hebben we later een toepasselijk hoofddeksel gekocht!


Volgende blog 18/04