Copyright

Copyright P.Kats. Zonder mijn toestemming mogen mijn verhalen niet gekopieerd worden en/of gepubliceerd worden. Linken mag uiteraard wel.

maandag 4 november 2013

Als u dit bericht leest………

Als de blaadjes gaan vallen en de donkere dagen beginnen, kan het zijn dat de gemoedstoestand van sommige mensen verandert. Zeker degenen die moeite hebben om zich overeind te houden in de maatschappij, krijgen het dan weer moeilijk en sommigen overzien het niet meer.

Zo ook Karel (gefingeerd), die ik controleer op straat en gesignaleerd blijkt te staan. Het blijken niet onherroepelijke vonnissen te zijn voor een bedrag van niet minder dan 4000 euro. Dat betekent dat ik hem deze vonnissen moet mededelen, waarna hij nog 14 dagen de tijd heeft om daar tegen in beroep te gaan.
Ik neem de tijd voor een praatje, want ik merk dat Karel hierom verlegen zit. Hij maakt een trieste indruk op me en belangstellend vraag ik hem hoe het komt dat hij zoveel boetes heeft openstaan. Karel vertelt mij zijn levensverhaal. Hij komt uit een gezin waar vader moeder het leven zuur maakte. Vader was zwaar alcoholist en sloeg zijn moeder veelvuldig als hij weer eens flink dronken was. Als Karel, zijn broer en zus het dan voor moeder opnamen, kregen ook zij een flink pak slaag. Toen moeder jong stierf, zijn ze met z’n drieën uit huis geplaatst en in pleeggezinnen ondergebracht. Zijn vader stierf uiteindelijk door overmatig alcoholgebruik en zijn broer pleegde zelfmoord. Hij heeft alleen nog een zus, waar hij nog contact mee onderhoudt. Echter, zij is ook de verkeerde echtgenoot tegen het lijf gelopen. Zijn zwager is zwaar alcoholverslaafd en mishandelt haar geregeld.

Ook met  Karel gaat het de verkeerde kant uit . Hij valt ten prooi aan verkeerde vrienden. Vrienden die telefoonabonnementen op zijn naam afsluiten, vrienden die auto’s op de naam van Karel plaatsen en vervolgens overtredingen plegen waarvan de boetes bij Karel op de mat vielen. Ook heeft Karel een volgens zijn zeggen flinke belastingschuld. Karel vertelt een mislukkeling te zijn en binnenkort een einde aan zijn leven te willen maken. Kennelijk heb ik zijn vertrouwen gewonnen, want hij vraagt mij of ik hem wil helpen. Ik vraag hem wat hij daarmee bedoelt en hij vertelt dat hij echt binnenkort zelfmoord gaat plegen. Ik vind dit een rare vraag en sta hem, denk ik, even onnozel aan te kijken. Hij schiet warempel in de lach en zegt dat ik hem niet hoef te helpen met zelfmoord maar of ik zijn zus in kennis wil stellen, nadat hij zelfmoord gepleegd heeft. Ik vertel hem dat ik niet van plan ben om hem mee te helpen met zijn zelfmoord en de planning hier omheen.

Ik bied hem aan om mee te helpen met hulp zoeken, maar dit weigert hij resoluut. Hij vertelt wel dat hij de politie hier absoluut niet gaat lastigvallen met het vinden van zijn dode lichaam, maar dat hij naar het buitenland gaat en op een “geliefde plek” in land Y zelfmoord gaat plegen. Ik vraag hem waar hij dat wil gaan doen en op wat voor manier dan, maar dit weigert hij mij te vertellen. Hij vraagt mij nogmaals of ik hem wil helpen om zijn zus in kennis te stellen. Ik besluit hem om mijn visitekaartje gegeven met daarop mijn naam, mijn telefoonnummer en … het faxnummer van het bureau en zeg dat hij mij kan bellen. Het zal wel meevallen, hij zal zich misschien nog bedenken zijn mijn gedachten. Ik moet ook eerlijk zeggen dat ik werkelijk niet weet wat ik hiervan moet denken, ondanks het feit dat ik al heel wat rare snuiters op deze aardbol ontmoet heb.

Totdat ik een week later een fax vind in mijn postbakje op het bureau. De fax is drie dagen geleden verstuurd en aan mij gericht. De fax is afkomstig van Karel en verstuurd vanuit een hotel in land Y. Met verbijstering lees ik de fax.
Ik citeer:
“Geachte heer Kats, als u dit bericht leest ben ik waarschijnlijk al overleden. Ik vraag, aangezien mijn zus nu alleen is, of u haar de volgende bezittingen wil geven die klaar staan in mijn huis”. Hierna volgt een opsomming van allerlei goederen uit zijn huis. De brief gaat verder.. “de sleutel van mijn huis zit aan de brievenbusklep aan de binnenkant vastgeplakt, hiermee kunt u naar binnen. De reservesleutel naar mijn kamer zit al jaren linksachter geplakt aan het bruine bureau. Mijn brief zit aan de onderkant van het bureau geplakt. U vraagt zich af hoe het komt dat het nu allemaal zo goed en helder gaat. Ik ben hier al langer dan twee jaar mee bezig, nog voordat mijn andere broer het gedaan had. Het spijt me zeer dat u hierbij betrokken bent. Ik stuur u tevens mijn legitimatiebewijs op. Groet Karel”.

Ik heb echt geen behoefte om zelf naar het huisadres te gaan en bel de chef van dienst. Ik vertel hem het hele verhaal en vraag een machtiging tot binnentreden, omdat je niet zomaar een woning mag openmaken zonder reden. De chef verleent deze machtiging en gaat samen met de bemanning van een surveillanceauto naar het adres van Karel voor een onderzoek. Ik wacht met spanning af wat ze zullen aantreffen. De chef van dienst belt mij na een kwartier op. De sleutel van de woning is inderdaad aan de brievenbusklep bevestigd. De sleutel van de kamer is inderdaad linksachter geplakt aan het bruine bureau en ook de brief is aan de onderkant van het bureau geplakt. Karel is echter niet in de woning aanwezig. De fax is uit buitenland verstuurd, dus neem ik contact op met Interpol. Ik word eigenlijk al snel teruggebeld met de mededeling dat er in plaats X in land Y drie dagen geleden een geval van zelfdoding is geweest. Tot nu toe is de identiteit van het slachtoffer onbekend. Ik vertel dat ik het legitimatiebewijs van Karel in mijn bezit heb met daarop de foto. In rap tempo heb ik het legitimatiebewijs gescand en gemaild naar Interpol. Het raadsel van de onbekende dode is opgelost. Het is het ontzielde lichaam van Karel wat al drie dagen in land Y in een mortuarium ligt.

Aan de ene kant moet ik zeggen dat ik toch wel eens heb nagedacht of ik nou degene ben geweest die de laatste schakel was om zijn zelfdoding in werking te zetten. Dat geeft toch een raar gevoel, omdat ik hier absoluut niet aan mee wilde werken. Aan de andere kant ben ik een hulpverlener, die gewoon zijn werk doet en heb geprobeerd om Karel tot andere gedachten te brengen. Dat is helaas niet gelukt. In ieder geval heb ik dat gedaan wat Karel graag wilde, namelijk zijn zus in kennis stellen en haar zijn spullen geven.